Doorzettingsvermogen en personal coaching
"Schat, je hebt zeker lekker getraind? Je bent zo lang weggebleven."
"Na een dik uur 'cardioën' schoot het opeens in mijn knie. Ik kan hem niet buigen als mijn been gestrekt is en ik kan hem moeilijk strekken als mijn been gebogen is. De direct beschikbare fysiotherapeut dacht aan een spierontsteking. Dat betekent massages en geluidsbehandeling...
Dus schat, haal die olie maar weer eens uit de kast. Voorlopig: Meer rust voor rendement."
Na vier weken massages en rust, nog geen profit... eeumpf profijt! Het bleef maar pijn doen en lopen ging nog steeds niet goed. Heel voorzichtig heb ik wat krachttraining gedaan. Voor het verbranden van vet is alleen krachttraining niet geschikt. Je moet gewoon veel bewegen.
Als je fanatiek traint (ik probeer toch wel vier keer per week te trainen) en je een bepaalde leeftijd hebt bereikt (50+) dan zit het vet er wel heel erg snel aan als je opeens niets meer doet. En dat was goed merkbaar: het bovenste knoopje van mijn overhemd ging met moeite dicht (een AFAS-stropdas is dan moordend). Ook de broekriem sloot een gaatje ruimer. Pas na zes weken, toen het kwaad al was geschied, kon ik weer redelijk fietsen en roeien. Zes kilo aangekomen, en natuurlijk op de plaatsen waar je het juist niet wilt hebben: middel, buik, billen en bovenbenen. En tot overmaat van ramp werd mijn borstomvang juist kleiner. Allemaal slap, slapper, slapst.
Er zijn allerlei methoden om te meten of je te zwaar bent. De bekendste is de BMI, Body Mass Index. Dit is de verhouding tussen lichaamslengte en –gewicht. De formule is BMI = Gewicht in kg/ lengte in meters in het kwadraat. Als je als man boven de 25% uitkomt, bestaat er een gezondheidsrisico. Eenzelfde BMI zal niet bij iedereen overeenkomen met een gelijk vetpercentage. Zo zal de BMI bij personen met een hoge spiermassa een ander beeld geven dan bij een normaal persoon met hetzelfde gewicht. Ik vind mijzelf gespierd, heb uiterst zware botten en veel vocht, dus mijn iets te hoge BMI kan ik positief interpreteren!
Een andere belangrijke waarde wordt verkregen door appels met peren te vergelijken. Wanneer je de omvang van de taille (op het smalste punt bij de navel) deelt door de omvang van de heupen op het breedste punt en de uitkomst is groter dan 1, dan ben je een Appel-type (en dat is niet goed), anders ben je een Peer-type. Laat ik er maar eerlijk voor uitkomen: ik ben nu nog van het type Appel.
Het feit dat ik een gezondheidsrisico loop door mijn overgewicht is niet alleen mijn verantwoordelijkheid. Natuurlijk heb ik onder invloed van mijn werk samen met mijn gezin een persoonlijk ontwikkelplan (POP) gemaakt. Doel hiervan is om het vetpercentage onder de 23% te krijgen en binnen 4 maanden een Peer-type te worden. Mijn vrouw zorgt voor de juiste voeding (groente, fruit, vis) en leent de auto, zodat ik vaker de fiets pak. Mijn dochter jaagt me weg bij de tv en let op dat ik niet ga snoepen of snacken. Met mijn zoon moet ik vaker een balletje trappen met het gevaar dat ik "gepannaad" word.
Ook op de sportschool heb ik meer begeleiding nodig. Blijkbaar heb ik een fitnessschema dat niet juist is. Alleen lukte het in ieder geval niet. Ze zullen me daar veel meer persoonlijk moeten coachen en met een plan moeten komen om mijn doelstelling te halen. Ik weet dat het niet gemakkelijk zal zijn, maar ik weet ook dat ik wel de juiste mentaliteit heb. Ik heb een groot doorzettingsvermogen en ik ben best wel ijdel. Ik wil er tenslotte op het strand redelijk strak uitzien. Ik wil mooi zijn, dus moet ik pijn lijden.
Bij AFAS zijn de managers bezig met coachen. In plaats van meewerkend voorman te zijn, willen ze veel meer individueel gericht leidinggeven. Voor sommigen een hele omschakeling. Maar het is nodig te veranderen. We groeien hard en dat blijft vaak niet zonder gevolgen. Met competentiemanagement kunnen we die groei juist beter ondersteunen. We gaan niet alleen zeggen welk gedrag we wensen te zien, maar ook hoe we tot dat gedrag kunnen komen met behulp van de juiste coachingsactiviteiten en ontwikkeltips. Straks zal dit hele proces uiteraard ondersteund worden met Profit. Hierdoor krijgt de medewerker de eerlijke beloning die hij verdient (ook al is deze negatief kritisch) en wordt de manager geholpen bij het trekken van objectieve conclusies, die hij kan vertalen in praktische verbetertips.
"Jeetje, wat zie jij eruit!!?"
"Vind je het gek? Heb ik bijna een uur staan stampen op de fiets, laat Dennis, de coach, me nog eens een kwartier roeien. Ik ben helemaal uitgeput. Hij neemt mijn doelstelling echt heel serieus. Ik vind mijzelf wel een hele peer. Ik ben in anderhalf uur meer dan 600 kcal kwijtgeraakt. Ik ga eerst even op de weegschaal staan. En, wil je die centimeter even aangeven?"
"Dat valt nog tegen. Ik ben er nog lang niet!"
"Schat, lief appeltje van me. Je hebt nog drie maanden. Kom maar lekker hier. Je bent helemaal niet dik, je bent gewoon te klein voor je gewicht."
Roy Korthout, BMI: 27,3%
Productmanager Competentiemanagement