"We geloven niet in koud geld, het gaat bij ons om liefde"

In gesprek met CFO Arnold Mars

Softwarebedrijf AFAS is een familiebedrijf pur sang en wil dat graag zo houden. De families Mars en Van der Veldt zijn dan ook niet van plan aandelen te verkopen aan externe partijen. “We gaan niet voor winstmaximalisatie maar voor wat goed is voor mens en omgeving”, aldus tweede generatie en CFO Arnold Mars.  

Altijd innovatief zijn voor klanten, een fijn bedrijf om voor te werken, en het elke dag weer iets beter doen. Ziehier in een notendop de filosofie van familiebedrijf AFAS. Het waren Piet Mars en Ton van der Veldt die in 1996 deze softwareonderneming startten. In 2009 droegen ze het stokje over aan hun zoons Bas van der Veldt (CEO) en Arnold Mars (CFO) en kort geleden traden ze toe tot de raad van commissarissen. Het bedrijf heeft een eigenzinnige strategie. ‘De kern daarvan is eenvoudig: het gaat om liefde’, zo staat letterlijk vermeld in het familiestatuut.

Liefde? Dat moet je even uitleggen.

“Het betekent dat we het beste voorhebben met onze klanten, onze medewerkers en onze omgeving. We willen goed voor elkaar zorgen en we gaan uit van eenieders goede bedoelingen. We hebben een bedrijfscultuur waarin we elke dag op zoek gaan naar verbinding. Dat zit hem in kleine dingen. In een een-op-eenoverleg met een medewerker die bijvoorbeeld 12,5 jaar in dienst is. Of in aandacht geven aan een medewerker die niet goed in zijn vel zit. Contact maken en begaan zijn met andere mensen. Daar draait het om.”

AFAS is dus niet geïnteresseerd in private equity?

“Nee. We geloven niet in extern kapitaal. In koud geld. Daarmee geef je een deel van de zeggenschap op en verschuift de focus van mensen naar winstmaximalisatie. Dat staat haaks op waar wij voor staan. Kijk maar naar wat er gebeurt met andere IT-bedrijven die PE-partijen aan boord hebben gehaald. Daar wordt niemand beter van, behalve de aandeelhouders zelf.”

Hoe lastig is het dat twee families de aandelen in handen hebben? Geeft dat wel eens frictie?

“De families kunnen het goed vinden met elkaar. Dat is de basis. Zonder dat waren onze vaders nooit aan dit avontuur begonnen. Maar natuurlijk zijn Bas en ik ook verschillend. Ik ben een procesman en gevoeliger dan Bas. Ik vind het fijn om tussen de mensen te staan, Bas staat liever voor de mensen. Hij is een echte entrepreneur en nog eigenwijzer dan ik ben. Maar we zoeken altijd de verbinding met elkaar. En het vertrouwen is er.”

Uit ons onderzoek blijkt dat familiebedrijven tijdens een crisis geneigd zijn te blijven investeren in innovatie en R&D. Hoe zit dat met AFAS?

“Er is bij ons geen sprake geweest van een crisis. De groei ging gewoon door. Maar als bedrijf moet je altijd vernieuwen. We bezuinigen nooit op innovatie. Bovendien moet je de situatie die zich aandient, of dat nu een crisis is of niet, altijd omarmen en van daaruit naar de toekomst kijken. Zo hebben wij onszelf noodgedwongen vernieuwd door niet meer bij de klant persoonlijk over de vloer te komen, maar door onze business zo in te richten dat we nu ook volledig online ons werk kunnen doen. Zo bieden we onze opleidingen nu online aan en hebben we een interne werkspot gecreëerd: de AFAS HulpHub. Hierop brengen we klantvragen en beschikbare medewerkers bij elkaar. We hebben van de nood een deugd gemaakt en zijn daardoor alleen maar sterker geworden. Bedrijven die niet meebewegen met wat er om hen heen gebeurt, denken wellicht dat ze veilig aan de wal zijn gebleven. Maar de pandemie heeft een heel nieuwe wereld gecreëerd. Daar moet je op anticiperen.”

Hoe belangrijk is het bedrijf voor jou persoonlijk?

“Heel belangrijk. We zitten ’s avonds met z’n zevenen aan tafel: mijn vier kinderen, mijn vrouw en ik, en AFAS. Het is mijn bezit en verantwoordelijkheid en ik zit er met m’n hele hart in. Het bedrijf laat me nooit helemaal los. Ik ben er ook enorm trots op. Dat voel ik ook wanneer ik mijn zoon van dertien, die hier nu een maatschappelijke stage loopt, zie rondlopen in het bedrijf. We mogen oprecht trots zijn met hoe we hier met elkaar omgaan. Intussen wordt het bedrijf groter en ontwikkelt het zich enorm. Ik moet mezelf dan steeds de vraag stellen hoe en waar ik meerwaarde kan bieden. Maar ook: wat moet ik loslaten? Voor ik het weet, slurpt het bedrijf me op. En er zijn ook nog andere zaken in mijn leven die ik aandacht wil geven. Het is altijd zoeken naar een gezonde balans.”

Waar lig je weleens van wakker?

“Er spelen altijd wel operationele zaken waarover ik kan piekeren. Maar wakker lig ik alleen als het mensen raakt. Bijvoorbeeld een medewerker die weggaat. Of een klant die een probleem heeft.”

Wie van de eerdere generaties heeft achteraf gezien de meeste nieuwe impulsen aan het bedrijf gegeven?

“Dat zijn Ton en Piet. Zij zijn de grondleggers van het bedrijf. Met hen is alles begonnen. In 2009 zijn Bas en ik in de operatie terechtgekomen en onze vaders hebben ons vervolgens het klappen van de zweep geleerd. We hebben het geluk gehad dat we twaalf jaar met hen hebben kunnen optrekken. Tot aan hun vertrek hebben zij belangrijke impulsen gegeven aan het bedrijf.

De laatste jaren heeft Ton gewerkt aan ons nieuwe ‘clubhuis’, het AFAS Experience Center in Leusden met een oppervlakte van 44.000 vierkante meter. Piet is vooral bezig geweest met het aanpassen van de vennootschapsen aandeelhoudersstructuur en met de AFAS Foundation.”

Wat is de visie van dit familiebedrijf?

“Dat het werk elke dag leuker en beter kan. En met meer oog voor de maatschappij. Dat is onze passie. Ons product helpt klanten daarbij. Veel bedrijven verspillen tijd en geld aan de verkeerde dingen. Of dat nu onnodige handelingen zijn, dubbel werk of fouten herstellen. Het levert ruis op en komt de kwaliteit van de dienst of het product niet ten goede. Wij willen onze klanten inspireren om beter te ondernemen. Onze software neemt een deel van de bureaucratie weg waardoor bedrijven tijd overhouden om datgene te doen wat ze écht belangrijk vinden.”

Is het denkbaar dat het bedrijf ooit een externe bestuurder/eigenaar zal aantrekken?

“Zeg nooit, nooit. Als dat het beste zou zijn voor het bedrijf, dan gebeurt dat. Maar ik hoop niet dat het nodig is. Onze kinderen zijn nog jong. Wie weet of zij het bedrijf willen overnemen of niet. Ik ga ze in ieder geval niet dwingen. In ons familiestatuut hebben we opgenomen dat als ik weg zou vallen, het aan de familieleden en commissarissen is om te bepalen wie mijn rol kan overnemen. Dat hebben we goed vastgelegd.”

Tot slot. Aan welk advies van de vorige generatie denk je nog vrijwel dagelijks?

“Dat ondernemen ook betekent dat je het lef moet hebben om keuzes te maken ook al ben je niet altijd zeker van de uitkomst. En dat je jezelf moet zijn. Accepteer de verschillen tussen mensen en kijk vooral naar jezelf. En elkaar altijd steunen. Dat ook.” 
 

Reflectie Professor Pursey Heugens

“Wat mij opvalt aan dit verhaal is de sterke oprichtersmentaliteit. Je voelt hoe die nog leeft in de onderneming. Dat zien we ook terug in de wijze waarop de eigenaren het bedrijf leiden: een sterke identificatie met de onderneming, loyaliteit aan het personeel, focus op innovatie ook tijdens periodes van crisis, en een duidelijke eigendomsstrategie. Het is een schoolvoorbeeld van hoe je als familiebedrijf moeilijke tijden kunt overleven.”

Dit interview verscheen eerder in het BDO Familiebedrijvenboek. Interesse in het boek? Vraag het boek hier kosteloos aan.

Meer weten over het familiebedrijf?