Auteur: Piet Mars

Reis naar Cambodja 2015 (deel 1)

Op donderdag 12 februari is het weer zover, ik vertrek naar Cambodja samen met mijn collega Herman Zondag. Het is voor mij de vijfde reis naar dit land. In Cambodja  ondersteunen wij als familie via onze stichting Pharus al jaren de opvang van weeskinderen en aidspatiënten en doen wij diverse projecten.

 

Wij doen dit met de Nederlandse stichting De Brug. In 2013 hebben wij ook een groot project van ZOA in het plaatsje Khnach Reussei voor onze rekening genomen. AFAS investeert hier al jaren in irrigatieprojecten. Graag neem ik jullie in enkele blogs mee op onze reis door Cambodja. Doel is jullie enthousiast maken voor het meeleven met de allerarmsten in deze wereld! 

Zelfredzaamheid

Vorig jaar heb ik ook een bezoek aan Cambodja gebracht. Tijdens dat bezoek is veel gesproken over “zelfredzaamheid”. Hoe kun je een situatie bouwen waarbij de Cambodjaanse organisatie Spieën (de evenknie van de Nederlandse Stichting De Brug) minder of geen buitenlandse donoren nodig heeft. Dat betekent bijvoorbeeld microkredieten verstrekken in plaats van rijst en een lening in plaats van een gift. Omdat er een project 2016 aankomt wat mogelijk op een andere manier gefinancierd gaat worden (duaal), hebben ze gevraagd om mee te denken. Een reis moet je voorbereiden, je inlezen in het programma en in de onderwerpen die besproken gaan worden. Tevens moet je wat op papier zetten voor het geval dat je ergens in het openbaar moet spreken. Goed voorbereid op weg dus!

Afscheid

Afscheid nemen van je geliefden thuis is altijd lastig. Zondag de kinderen en kleinkinderen gesproken en geknuffeld, ’s avonds mijn oude moeder uitgebreid gebeld en vanmorgen van mijn lieve vrouw Geertje afscheid genomen. Misschien gek maar ik moet altijd even een traantje wegpinken

Ook moet ik AFAS even loslaten. Natuurlijk besef ik dat het bedrijf in goede handen is bij de directie en onze opvolgers…maar toch. Er is de laatste weken zoveel gebeurd. Het was weer een feest om bij AFAS te zijn…een prachtbedrijf waar werken genieten is…dus voorlopig maar even parkeren..

De reis

Wij vliegen in bijna 13 uur naar Singapore. Met Herman is het gezellig en er is genoeg te bespreken. Wij werken al 27 samen en hebben veel meegemaakt, maar we hebben vooral een goede band. Tijdens de reis komt er van alles aan de orde, de familie AFAS en de toekomst. Over de toekomst praten heeft alles te maken met je dromen….waar willen wij heen en hoe gaan wij dit doen. Tijdens de vlucht hebben we voldoende wederzijdse inspiratie opgedaan.
In Singapore maken wij kennis met een indrukwekkend vliegveld. Groot, schoon en strak georganiseerd. Wij zien geen rommel…voor Herman het einde…Na drie uur vertrekken wij naar Siem Reap. Vanuit deze plaats zullen wij het plaatsje Khnach Reussei bezoeken. Als wij in het hotel aankomen zijn wij ruim 18 uur onderweg en in een totaal andere wereld aangekomen. De rest van de vrijdag rusten en aan het verschil in tijd wennen. In de loop van de dag ontmoeten wij Gerrit Kasper, de vertegenwoordiger van ZOA, met wie wij zondag op stap gaan. 

Zaterdag

Op zaterdag wordt geïnvesteerd in cultuur en historie van Cambodja. Bezocht worden het Angkore tempel complex en de floating village. 

Herman schrijft hierover het volgende:

Mijn ervaringen als wereldreiziger beperken zich tot Europa en een trip naar de Westkust van Canada. En dan binnen 24 uur kom ik in een wereld die 180 graden anders is dan de veilige wereld waarin ik dag in dag uit bezig ben. Tijdens mijn trip in de auto van Siem Reap naar floating village heb ik een gids en een chauffeur. In mijn ‘broken’ Engels hebben we een goed gesprek. Net zo min als zij de westerse wereld begrijpen, begrijp ik maar zeer beperkt hun wereld … Na een tocht van ruim een uur, waarin ik meer dan 40 minuten fors door de auto heen er weer geschud word op een onverharde weg vol met kuilen, komen we aan bij de (primitieve) boten die mij naar floating village zullen brengen. Om een beeld te geven in woorden: één grote bende van plastic afval en een aangelegde moddervaart waarin het volledige riool terecht komt. Jonge mensen met versleten kleding die de boten beheren als echte ondernemers, nodigen mij uit om zitting te nemen in de overdekte boot. Deze boot heeft een dieselmotor met zoveel decibels dat een gesprek voeren niet meer mogelijk is. Het doet mij pijn als twee jochies van 10 en 16 de boot besturen of hun leven ervan afhangt. Je zou bijna kapsones krijgen als je ervaart met hoeveel zorg deze kinderen je een onvergetelijke middag willen geven. Voordat ik de boot op stap staat er een klein ventje voor mij met een fotocamera en maakt een foto van mij….nooit geweten dat ik zo beroemd was, maar de clou komt later…

In de boot word ik keihard geconfronteerd met wat armoede in de breedste zin van het woord is. Langs de kanten zie ik hutjes waarin gezinnen leven, maar waarin wij in Nederland onze dieren nog niet laten overnachten….Ik zie jonge mannen vissen en zo zorgen voor de broodwinning van hun familie.
Op het meer kom ik eindelijk bij de village waar mensen daadwerkelijk wonen op het water, maar ik weet niet hoe ik het omschrijven moet…. toch zie ik blije gezichten. Er wordt geleefd met alle beperkingen die ik voor hen maar kan bedenken, maar waar zij geen notie van hebben. Uiteindelijk kom ik bij een krokodillenfarm waar tientallen krokodillen gefokt worden voor het verkopen van de huid….voor de westerse mode-industrie. Ondanks het smerige water, de ingevallen en schamele waterhutjes kijk ik gefascineerd hoe de twee jongens als kapitein en stuurman trots zijn om mij een kijkje in hun wereld te laten zien.

Op de terugweg hoor ik opeens een grote klap, maar niemand is in paniek. De boot drijft stuurloos rond. De jongens duiken achter de boot en er blijkt een ketting van de tandwielen afgelopen te zijn. “Het komt goed sir….” en na 15 minuten varen we onder een grote rookwolk richting de modderkade, waar een volgende boot vol met Chinezen en dure iPhones ook een tocht gaat maken.

Ja, dit is ondernemen waarvoor ik mijn petje af neem. De twee jongens complimenteer ik met de boeiende en voor mij vooral zeer indrukwekkende tocht en geef ze beide een fooi. Hun dag is compleet en de dankbaarheid straalt van hun gezicht….ik voel me klein….maar veel tijd heb ik niet om na te denken, de kleine jongen die voor mijn vertrek een foto van mij maakte, staat voor me met een zelfgemaakt fotolijstje. Eén keer raden wie op die foto staat? Ik kan niet weigeren en ik vraag de prijs. En met zijn smoetsige smoeltje zegt hij: “Three dollars sir.” Ik maak het af op 5 dollar en wens hem veel goede zaken toe. Deze dag zal ik nooit meer vergeten: een begin van een reis met grote indrukken.

Zondag

Een slechte nachtrust gehad. Voor de tweede keer nauwelijks kunnen slapen door het tijdsverschil…morgen slaappil… Wij worden vroeg opgehaald om naar het ZOA-project te gaan.Begin 2013 kregen we als stichting Pharus een verzoek om dit arme dorp in Cambodja te helpen. Khnach Russei zat ver onder de armoedegrens. Ontheemden uit het hele land zijn hier neergezet met een stukje grond en de mededeling: “zoek het verder maar uit…”

Het inkomen was niet voldoende om alle kinderen naar school te sturen en er was onvoldoende te eten. CIDO, de NGO waar ZOA mee samenwerkt, heeft in eerste instantie een duidelijk projectvoorstel ingediend. Er wonen 245 gezinnen in het dorp.

Wij rijden ruim 2 uur door een zeer landelijk gebied, vele kilometers rijstvelden. Wij halen “Ratana” op. Hij is de uitvoerder (NGO) van het project. In het dorp bezoeken wij eerst een kerkdienst van de kleine christelijke gemeenschap. Mooi om mee te maken… Wij delen AZ-shirts uit en maken veel kinderen blij. Natuurlijk worden er mooie foto’s gemaakt.

Wij wandelen door het dorp en worden hartelijk ontvangen door de bewoners, er is zichtbaar enthousiasme. Wij bezoeken enkele huizen, bekijken het waterwerk en het systeem van watervoorziening en komen tenslotte bij de “modelboerderij”. Het is mooi om te zien dat er vooruitgang is. We schrikken echter van de armoede. Hoe kun je zo leven! Herman ziet het voor het eerst en is wat aangeslagen… “Piet, wij zijn in het goede mandje terecht gekomen…dit is niet te begrijpen”.

De bevolking heeft een lunch voor ons gemaakt, rijst met van alles en nog wat, ze hebben zich uitgesloofd. Na de maaltijd volgt de “Meeting with community in Khnach Reussei village”: een groep van circa 30 mensen die het dorp vertegenwoordigt en die voor onderdelen verantwoordelijkheid draagt. Wij mogen vragen stellen over het onderhoud van de handtractoren, de exploitatie en het watersysteem. De mensen geven aan blij te zijn: “Er is nu water op alle plekken, wij krijgen onderwijs en hebben nu een mooi beter leven”. Zijn er nog pijnpunten? “Nee, wij zijn dankbaar…” Mensen die heel primair leven en nauwelijks iets hebben, zijn dankbaar. Daar steken wij veel van op. Zonder internet, de McDonalds en de mooie auto’s zijn mensen hier happy.
Aan ons wordt gevraagd of wij nog tips hebben. “Ja, ruim de rommel op. Overal ligt vuil”. Deze wordt meegenomen. Wij nemen onder de indruk afscheid van deze kleine gemeenschap, het is goed geweest deze investering.

Wij brengen Ratana terug. Onderweg krijgt hij de toezegging dat als er nog meer dorpen zijn er mogelijkheden zijn. Ik wil graag de stichting Pharus overtuigen. Wij nemen  afscheid. Ook van Gerrit Kasper van ZOA, hij blijft nog een paar dagen in het gebied.

Wij rijden terug naar Sien Reap, hebben veel te bespreken. Zo’n dag doet wat met je. Het voelt allemaal dubbel, wat een tegenstellingen in de wereld! Voorlopig even autorijden.

Morgen vliegen wij naar Phnom Penh voor het tweede deel van de reis.


Meer lezen?