Is het zo zwart-wit?

Onlangs heb ik een bezoek gebracht aan Zuid-Afrika. Een land met een tumultueuze (politieke) historie.

Er bestaan nog steeds scherpe tegenstellingen tussen arm en rijk, gekleurd en wit. Daaroverheen ligt een grote natuurlijke rijkdom waar je als bezoeker van onder de indruk raakt. Je raakt nooit uitgekeken op de flora en fauna. Bloemen en struiken met de prachtigste geuren en kleuren zie je overal om je heen. En ook het dierenrijk doet je versteld staan; met een beetje mazzel zie je The Big Five onderweg, spot je een walvis in zee en kom je een ‘vliegende deur’ tegen, een Condor met een spanwijdte van vier meter.
Het land prikkelt je zintuigen, waaronder ook je smaakpapillen. Geurige en bijzondere kruiden maken het eten tot een feest en de beste wijnen maken ze zelf. Je kunt er beter geen vegetariër zijn; Afrikaners zijn vleeseters. Ze denken dat kip een groente is …

In Zuid-Afrika rijd je met gemak enorme afstanden op één dag. Mensen vinden het normaal om een paar honderd kilometer af te leggen voor visite. Die visite gaat dan niet meteen weer weg. Als je iemand uitnodigt om ‘te kom kuier’, dan blijft die eten en vaak ook slapen.

Zuid-Afrika is een land met een duidelijke eigen identiteit. De Nederlandse scheepsdokter Jan van Riebeeck zette in 1672 voet aan wal in de Kaap en stichtte er een kolonie. Het Nederlands van Van Riebeeck ontwikkelde zich tot een zelfstandige taal: het Afrikaans, dat gesproken wordt door blank en zwart. Het Afrikaans is in de oorsprong verwant aan het Nederlands, maar beslist geen dialect dat je als Nederlander wel even verstaat en spreekt.


Aangezien software mij bijzonder interesseert, ook tijdens verblijven in het buitenland, doe ik graag wat vergelijkend warenonderzoek ter plaatse. Wat is er zoal aan software op de markt, wie gebruiken dat en welke mogelijkheden bieden de oplossingen? Het kostte me in Zuid-Afrika echter veel moeite om software te vinden. Niet omdat het er niet is, maar omdat het anders heet. Want met ‘zachte waren’ bedoelen Afrikaners niet bijvoorbeeld vruchten of beddengoed zoals je gemakkelijk zou denken, maar software! En inderdaad, met ‘harde waren’ duiden ze hardware aan. De eigen identiteit van de Zuid-Afrikaners, gekoppeld aan het historisch besef én de liefde voor hun taal is veel sterker dan universele termen in de branche. Het is een vorm van purisme die wij zijn kwijtgeraakt met de veramerikanisering van onze taal.
Door dichter bij de spreektaal aan te sluiten lijken Afrikaners ook klantbewuster. Zo zwart-wit is het. Ze gebruiken geen moeilijk jargon, maar spreken de taal van de mensen. PC’s hebben ze er niet, wel ‘rekenaars’. Liever een laptop? Vraag dan naar een ‘skootrekenaar’ om je ‘e-pos’ te versturen.

In een land met zulke enorme afstanden als Zuid-Afrika is digitalisering geen overbodige luxe. Daar ruik ik kansen voor de zachte waren van AFAS! Ik heb ook al een vrijwilliger op het oog die de kar daar wil trekken. Als we met de directie weer eens een ‘bosberaad’ hebben, dan breng ik graag dit agendapunt in.

Leo Koppelaar

Volg mij op Twitter

Publicatie datum: 5 maart 2012 12:43